
22 juli 2025
Reactie op misstanden bij Yulius (Colorado, Barendrecht):
Wat zich tussen 2004 en 2007 heeft afgespeeld op de jeugdafdeling Colorado van Yulius is niets minder dan een georganiseerde vorm van institutioneel kindermisbruik – gepleegd onder de vlag van “zorg”. Wat deze jongeren is aangedaan – vernedering, dwang, psychische mishandeling, het toedienen van bedorven voedsel en strafdouches – is onmenselijk, onwettig en in strijd met alles wat de rechtsstaat en de internationale verdragen beogen te beschermen.
De aangeboden excuses en een vaste schadevergoeding van €5.000 doen nauwelijks recht aan de schaal en ernst van het leed. Deze misstanden vormen een structurele schending van onder meer:
Artikel 3 en 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) – het verbod op onmenselijke en vernederende behandeling en het recht op eerbiediging van het gezins- en privéleven;
Artikel 19 van het VN-Kinderrechtenverdrag (IVRK) – dat staten verplicht kinderen te beschermen tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, misbruik of mishandeling;
Artikel 11 en 16 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR) – dat waarborgen biedt voor waardig leven, gezondheidszorg en menselijke behandeling.
Dat deze praktijken jarenlang konden voortduren binnen een “zorginstelling” wijst op een falend systeem van toezicht, cultuur van zwijgen en vergaande bestuurlijke medeplichtigheid. De zinsnede “daar herstelt geen enkel kind van” is pijnlijk waar – en had nooit uit de mond van een bestuurder hoeven komen als er sprake was geweest van deugdelijke controle, inspectie en menselijkheid.
Dit moet stoppen. Niet met woorden, maar met systemische hervorming.
Niet met coulance, maar met erkenning, vervolging en herstel.
Instellingen die kinderen onder het mom van hulp breken, vernederen en beschadigen, horen geen zorgaanbieder te zijn maar onderwerp van een parlementaire enquête.
De jongeren van Colorado zijn niet alleen “cliënten”, maar slachtoffers van structureel overheidsfalen.
En wij – als samenleving – zijn dat verplicht te erkennen, te herstellen én te voorkomen.